Column Gerard Riemen.JPG

Column: Wat is een goede pensioenregeling?

Die vraag laat zich lastig beantwoorden. Toch zien we minister Koolmees daartoe een poging doen. In het ontwerpbesluit adequate pensioenregeling voor payrollwerknemers probeert hij op een eenvoudige wijze te definiëren wat onder een adequate pensioenregeling kan worden verstaan. Hij kiest voor de simpele, en daarmee hanteerbare, methode namelijk het equivalent van de gemiddelde werkgeverspremie. In zijn tien punten brief van 1 februari 2019 spreekt de minister bij punt 8 van zijn tien punten overigens ook over een adequate nabestaandenpensioenvoorziening. Hier geeft hij verder geen invulling aan en hij vraagt de Stichting van de Arbeid op dit punt om advies.

De minister is niet de enige partij die op zoek is naar wat een adequate pensioenregeling is. In de gesprekken tussen de Pensioenfederatie en de AFM, heeft de AFM meerdere malen de wens geuit om een instrument te willen ontwikkelen waarmee voor de deelnemers duidelijk wordt of ze wel of niet een goede pensioenregeling hebben.

De breed gedragen zoektocht naar wat een adequate pensioenregeling is, geeft aan dat we met z’n allen vinden dat we in Nederland niet kunnen volstaan met louter de AOW als oudedagsvoorziening en de ANW als nabestaandenvoorziening. Er lijkt brede overeenstemming dat er iets aanvullends bovenop moet. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de zorgen die er alom worden geuit over de groter wordende groep werkenden zonder een aanvullende pensioenvoorziening. Wat er aanvullend op die twee volksverzekeringen moet komen, is de grote vraag. In het Netspar design paper, De toereikendheid van pensioenopbouw na de crisis en pensioenhervormingen, geven de auteurs een mooi overzicht van de verschillende beschrijvingen die er bestaan van een adequaat (of toereikend) pensioen. Rode draad is dat het in de pensioenregeling nagestreefde inkomen na pensionering uitgedrukt in procenten van het inkomen tijdens het werkzame leven de belangrijkste indicator is. Met dit criterium is voor mensen die hun hele leven een minimuminkomen verdienen de “kale AOW” op zich al een adequate pensioenregeling.

Tot op het heden is het aan de sociale partners of beroepsgenoten om te bepalen wat een adequate pensioenregeling is. Pensioen is een onderdeel van de arbeidvoorwaarden en wordt betaald door de partijen die het overeenkomen. De overheid beperkt zich tot het aangeven van de fiscale ruimte waarbinnen de pensioenregeling wordt afgesproken. De vraag is of met de stap van Koolmees om als overheid met een definitie van een adequaat pensioen te komen er een nieuwe weg wordt ingeslagen. Vervolgens is de vraag in welke mate in de nabije toekomst de fiscale wetgeving de definitie van de minister van SZW van een adequaat pensioen als uitgangspunt neemt voor het bepalen van de fiscale ruimte. Daarbij is het goed om ons te realiseren dat Koolmees in zijn tien punten brief stelt dat wat hem betreft straks alle pensioenregelingen premieregelingen zullen zijn. Dat sluit aan bij de keuze van de premie als indicator voor een adequate pensioenregeling.
Ik vind dat we deze weg niet op moeten gaan. Het is niet aan de overheid om te bepalen wat een adequaat pensioen is. Als de overheid die rol op zich wil nemen dan hoort dat via de AOW en de ANW te gebeuren. Bovendien is de premie als indicator voor een adequaat pensioen een uiterst ongelukkige. Welke premie leidt tot een adequaat pensioen?

De overheid dient zich te beperken tot het vaststellen van de fiscale ruimte voor het afspreken van een adequate pensioenregeling. In de discussie over een nieuw pensioencontract is de fiscale ruimte die het kabinet geeft van doorslaggevend belang. Een adequaat pensioen is alleen mogelijk bij een adequate fiscale ruimte. Wat mij betreft is helderheid over wat de overheid in de nabije toekomst aan fiscale ruimte voor pensioenregeling geeft vele malen belangrijker dan de inspanningen van de overheid om een adequate pensioenregeling te definiëren.

Gerard Riemen, algemeen directeur Pensioenfederatie