thema communicatie (1200-200)

Protocol Vermissing

De Pensioenfederatie heeft samen met Slachtofferhulp Nederland een voorbeeld Protocol Vermissing opgesteld. Het voorbeeldprotocol kunnen pensioenfondsen gebruiken voor hun communicatie met achterblijvers van vermisten.  

Inzet Pensioenfederatie

De Pensioenfederatie heeft in de zomer van 2016 pensioenfondsen opgeroepen om in administratieve processen een protocol in te bouwen voor de communicatie met achterblijvers van vermisten.

Achtergrond

Vermissing vindt veel vaker plaats dan men denkt. Jaarlijks wordt er tussen de 16.000 en 20.000 keer een vermissing gemeld bij de politie. Alhoewel de meeste vermisten binnen enkele uren of dagen terecht zijn, duren ongeveer 700 tot 800 vermissingen langer dan drie weken waarvan 10 tot 15 langer dan een jaar. Deze laatste groep betreft de ‘langdurig’ vermisten.

Ook in geval van rampen geldt dat, alhoewel de achterblijvers met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weten dat de vermiste overleden is, er sprake blijft van vermissing zolang het lichaam niet gevonden wordt. Momenteel staan in Nederland zo’n 300 langdurig vermisten geregistreerd. Achterblijvers van langdurig vermiste personen ondervinden, naast de emotionele impact, met regelmaat grote problemen op financieel, juridisch en praktisch gebied.

Slachtofferhulp Nederland heeft geconstateerd dat vooral het contact tussen financiële instellingen en achterblijvers te wensen overlaat. Daarom heeft zij in overleg met het Ministerie van Justitie en Veiligheid een initiatief opgezet om sectoren en instellingen handvatten te bieden voor de communicatie met deze bijzondere groep.

Dit heeft ertoe geleid dat de Pensioenfederatie samen met Slachtofferhulp Nederland een voorbeeldprotocol heeft opgesteld. Daarbij heeft de Pensioenfederatie de achterban opgeroepen om in de administratieve processen een protocol in te bouwen, waarbij de communicatie is toegesneden op de bijzondere karakteristieken van deze groep.

Openbare documenten